Resumen
Neerlandés a sueco:   más información...
  1. elkaar zien:


Neerlandés

Traducciones detalladas de elkaar zien de neerlandés a sueco

elkaar zien:

elkaar zien verbo (zagen elkaar)

  1. elkaar zien (elkaar ontmoeten; afspreken; treffen; samenkomen)
    träffas; träffa varandra; samlas
    • träffas verbo (träffar, träffade, träffat)
    • träffa varandra verbo (träffar varandra, träffade varandra, träffat varandra)
    • samlas verbo (samlas, samlades)

Conjugaciones de elkaar zien:

o.t.t.
  1. zien elkaar
  2. zien elkaar
  3. zien elkaar
o.v.t.
  1. zagen elkaar
  2. zagen elkaar
  3. zagen elkaar
v.t.t.
  1. hebben elkaar gezien
  2. hebben elkaar gezien
  3. hebben elkaar gezien
v.v.t.
  1. hadden elkaar gezien
  2. hadden elkaar gezien
  3. hadden elkaar gezien
o.t.t.t.
  1. zullen elkaar zien
  2. zullen elkaar zien
  3. zullen elkaar zien
o.v.t.t.
  1. zouden elkaar zien
  2. zouden elkaar zien
  3. zouden elkaar zien
diversen
  1. ziet elkaar!
  2. elkaar gezien
  3. elkaar ziend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for elkaar zien:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
samlas afspreken; elkaar ontmoeten; elkaar zien; samenkomen; treffen assembleren; bij elkaar komen; bijeen krijgen; bijeenkomen; in elkaar zetten; monteren; samenkomen; samenstromen; verzamelen
träffa varandra afspreken; elkaar ontmoeten; elkaar zien; samenkomen; treffen
träffas afspreken; elkaar ontmoeten; elkaar zien; samenkomen; treffen elkaar ontmoeten

Traducciones relacionadas de elkaar zien