Resumen
Neerlandés a sueco:   más información...
  1. epoche:


Neerlandés

Traducciones detalladas de epoche de neerlandés a sueco

epoche:

epoche [de ~ (v)] sustantivo

  1. de epoche (tijdperk; periode; epoch; )
    period; ålder

Translation Matrix for epoche:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
period epoch; epoche; era; periode; tijdperk; tijdsgewricht; tijdsverloop; tijdvak periode; termijn; tijdruimte; tijdsbestek; tijdsduur; tijdsruimte
ålder epoch; epoche; era; periode; tijdperk; tijdsgewricht; tijdsverloop; tijdvak eeuw; era; honderd jaar; jaartelling; leeftijd; ouderdom; oudheid; tijdrekening

Palabras relacionadas con "epoche":

  • epochen