Resumen
Neerlandés a sueco:   más información...
  1. feestje:


Neerlandés

Traducciones detalladas de feestje de neerlandés a sueco

feestje:

feestje [de ~] sustantivo

  1. de feestje (viering; party)
    skiva; bjudning; fest

Translation Matrix for feestje:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
bjudning feestje; party; viering borrel; informele receptie; instuif; onthaal; ontvangst
fest feestje; party; viering banket; ceremonie; feest; feestavond; feestdiner; feestelijkheid; feestmaal; feestviering; festijn; festiviteit; onthaal; ontvangst; partij; partijtje; party; smulpartij; viering
skiva feestje; party; viering album; elpee; feestavond; fiche; grammofoonplaat; lp; moot; plaat; plak; plakje; record; schijfje; tranche
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
skiva doorsnijden

Palabras relacionadas con "feestje":

  • feestjes