Neerlandés
Traducciones detalladas de fiasco de neerlandés a sueco
fiasco:
-
het fiasco (tegenvaller; teleurstelling; misrekening; terugslag; flop; sof; misslag; slag)
-
het fiasco (mislukking; echec; flop; afgang; misser)
Translation Matrix for fiasco:
Noun | Traducciones relacionadas | Other Translations |
besvikelse | fiasco; flop; misrekening; misslag; slag; sof; tegenvaller; teleurstelling; terugslag | afknapper; desillusie; laten zakken; neerlaten; ontgoocheling; teleurstelling |
misslyckande | afgang; echec; fiasco; flop; mislukking; misser | misschot; misser; stuklopen; vastlopen |