Inicio ->Diccionarios ->neerlandés/sueco ->Traducir fiksheid

Traducir fiksheid de neerlandés a sueco

Resumen
Neerlandés a sueco:   más información...
  1. fiksheid:
  2. fiks:
  3. Wiktionary:

Neerlandés

Traducciones detalladas de fiksheid de neerlandés a sueco

fiksheid:

fiksheid [znw.] sustantivo

  1. fiksheid (sterkte; dynamiek; kracht; energie; felheid)
    spänstighet; styrka; kraft

Translation Matrix for fiksheid:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
kraft dynamiek; energie; felheid; fiksheid; kracht; sterkte capaciteit; dynamiek; gespierdheid; grandeur; grootsheid; indrukwekkendheid; kracht; sterkte; stuwkracht; vermogen; voortstuwing
spänstighet dynamiek; energie; felheid; fiksheid; kracht; sterkte kranigheid
styrka dynamiek; energie; felheid; fiksheid; kracht; sterkte fermheid; flinkheid; forsheid; gedrongenheid; kracht; krachtdadigheid; krijgsmacht; leger; legermacht; macht; spierkracht; sterkte; stevigheid; strijdmacht; troepenmacht; vermogen; werkgroep

Palabras relacionadas con "fiksheid":


fiks:

fiks adj.

  1. fiks (stevig gebouwd; solide; stevig; )
    muskulöst; muskulös; välbyggt
  2. fiks (stevig; ferm; flink)
    stå på

Translation Matrix for fiks:

ModifierTraducciones relacionadasOther Translations
muskulös ferm; fiks; flink; robuust; solide; sterk; stevig; stevig gebouwd gespierd
muskulöst ferm; fiks; flink; robuust; solide; sterk; stevig; stevig gebouwd gespierd
stå på ferm; fiks; flink; stevig
välbyggt ferm; fiks; flink; robuust; solide; sterk; stevig; stevig gebouwd goedgebouwd; goedgevormd; welgebouwd; welgeschapen; welgevormd

Palabras relacionadas con "fiks":


Wiktionary: fiks

Cross Translation:
FromToVia
• fiks → mäktig; kraftfull; kraftig; stark ↔ puissant — Qui a beaucoup de pouvoir.

Traducciones automáticas externas:






Tu diccionario de traducción gratuito, rápido y sencillo

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Página generada en 0.0303 segundos
Página mostrada en 1.0 segundos