Noun | Traducciones relacionadas | Other Translations |
ren
|
|
rendier
|
tuff
|
|
tufsteen
|
Modifier | Traducciones relacionadas | Other Translations |
fantastisk
|
fabelachtig; fantastisch; gaaf; krankzinnig; reuze; te gek; waanzinnig; wijs
|
fabelachtig; fabuleus; fantastisch; fantastische; formidabel; geweldig; glorierijk; heilig; prachtig; verheerlijkt; zalig
|
fantastiskt
|
fabelachtig; fantastisch; gaaf; krankzinnig; reuze; te gek; waanzinnig; wijs
|
buitengemeen; dolletjes; enig; fabelachtig; fabuleus; fantastisch; fantastische; fenomenaal; formidabel; geschikt; geweldig; glorierijk; groots; heilig; hoogst; prachtig; puik; riant; tof; verheerlijkt; zalig; zeer
|
felfri
|
gaaf; onaangetast; puntgaaf
|
correct; feilloos; foutloos; keurig; loepzuiver; onberispelijk; onbesproken; perfekt; zuiver
|
felfritt
|
gaaf; onaangetast; puntgaaf
|
correct; feilloos; foutloos; keurig; loepzuiver; onberispelijk; onbesproken; perfekt; zuiver
|
genial
|
fabelachtig; fantastisch; gaaf; krankzinnig; reuze; te gek; waanzinnig; wijs
|
|
genialt
|
fabelachtig; fantastisch; gaaf; krankzinnig; reuze; te gek; waanzinnig; wijs
|
|
hel
|
gaaf; heel; intact; onaangetast; puntgaaf
|
heel; hele; voluit
|
helt
|
gaaf; heel; intact; onaangetast; puntgaaf
|
gehele; voluit
|
häftig
|
gaaf; mieters; schitterend; tof
|
fel; felle; ferm; flink; fysiek sterk; heftig; hevig; krachtig; onmatig; pittig; sterk; stevig; straf; verwoed
|
häftigt
|
gaaf; mieters; schitterend; tof
|
erg; fel; felle; ferm; flink; fysiek sterk; heftig; hevig; intens; krachtig; onmatig; pittig; sterk; stevig; straf; verwoed
|
intakt
|
gaaf; heel; intact
|
onbeschadigd
|
intaktt
|
gaaf; heel; intact
|
|
orörd
|
gaaf; maagdelijk; onaangeraakt; ongerept; puur; virginaal; zuiver
|
koelbloedig; onaangebroken; onaangeroerd; onaangetast; onbewogen; ongebruikt; ongeopend; onverschillig
|
orört
|
gaaf; maagdelijk; onaangeraakt; ongerept; puur; virginaal; zuiver
|
koelbloedig; onaangebroken; onaangeroerd; onaangetast; onbewogen; ongebruikt; ongeopend; onverschillig; onverzwakt
|
oskadat
|
gaaf; heel; intact; onaangetast; puntgaaf
|
onbeschadigd
|
oskuldsfullt
|
gaaf; maagdelijk; onaangeraakt; ongerept; puur; virginaal; zuiver
|
kuis; maagdelijk; onbevlekt; onschuldig; puur; rein; schuldeloos; schuldloos; zuiver
|
otroligt
|
fabelachtig; fantastisch; gaaf; krankzinnig; reuze; te gek; waanzinnig; wijs
|
dolletjes; enig; fantastisch; formidabel; geweldig; ongelofelijk; onwaarschijnlijk; prachtig
|
ren
|
gaaf; maagdelijk; onaangeraakt; ongerept; puur; virginaal; zuiver
|
deugdzaam; eerzaam; gekuist; gereinigd; kuis; louter; maagdelijk; net; netjes; onbevlekt; onschuldig; onvermengd; onversneden; opgeruimd; ordelijk; proper; pure; puur; rein; schoon; zedig; zedig gemaakt; zuiver; zuivere
|
rent
|
gaaf; maagdelijk; onaangeraakt; ongerept; puur; virginaal; zuiver
|
deugdzaam; eerzaam; gekuist; gereinigd; gewoonweg; klinkklaar; kuis; louter; maagdelijk; net; netjes; onbevlekt; onbezoedeld; onschuldig; onvermengd; proper; pure; puur; regelrecht; rein; ronduit; schoon; vlekkeloos; zedig; zedig gemaakt; zuiver; zuivere
|
superbt
|
gaaf; mieters; schitterend; tof
|
heerlijk; kostelijk; uitstekend; voortreffelijk
|
tuff
|
gaaf; mieters; schitterend; tof
|
flink; hard; hardhandig; onzacht; ruw; stoer
|
tufft
|
gaaf; mieters; schitterend; tof
|
flink; hard; hardhandig; onzacht; ruw; stoer
|