Resumen
Neerlandés a sueco:   más información...
  1. gefonkel:


Neerlandés

Traducciones detalladas de gefonkel de neerlandés a sueco

gefonkel:

gefonkel [znw.] sustantivo

  1. gefonkel (glinstering; fonkeling)
    gnistrande; sprudlande

Translation Matrix for gefonkel:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
gnistrande fonkeling; gefonkel; glinstering
sprudlande fonkeling; gefonkel; glinstering borrelen; bruisen; geborrel; gebruis; gebubbel; gesprankel; het bruisen; opbruising
ModifierTraducciones relacionadasOther Translations
sprudlande glinsterend; schitterend