Resumen
Neerlandés a sueco:   más información...
  1. gekruid:
  2. kruiden:
  3. kruien:
  4. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de gekruid de neerlandés a sueco

gekruid:


gekruid forma de kruiden:

kruiden [de ~] sustantivo, plural

  1. de kruiden (specerijen; smaakstoffen)
    kryddor; örter; smaksättare
  2. de kruiden (kruiderij)
    säsonger

kruiden verbo (kruid, kruidt, kruidde, kruidden, gekruid)

  1. kruiden (kruiden toevoegen)
    krydda; ge smak åt
    • krydda verbo (kryddar, kryddade, kryddat)
    • ge smak åt verbo (ger smak åt, gav smak åt, givit smak åt)

Conjugaciones de kruiden:

o.t.t.
  1. kruid
  2. kruidt
  3. kruidt
  4. kruiden
  5. kruiden
  6. kruiden
o.v.t.
  1. kruidde
  2. kruidde
  3. kruidde
  4. kruidden
  5. kruidden
  6. kruidden
v.t.t.
  1. heb gekruid
  2. hebt gekruid
  3. heeft gekruid
  4. hebben gekruid
  5. hebben gekruid
  6. hebben gekruid
v.v.t.
  1. had gekruid
  2. had gekruid
  3. had gekruid
  4. hadden gekruid
  5. hadden gekruid
  6. hadden gekruid
o.t.t.t.
  1. zal kruiden
  2. zult kruiden
  3. zal kruiden
  4. zullen kruiden
  5. zullen kruiden
  6. zullen kruiden
o.v.t.t.
  1. zou kruiden
  2. zou kruiden
  3. zou kruiden
  4. zouden kruiden
  5. zouden kruiden
  6. zouden kruiden
en verder
  1. ben gekruid
  2. bent gekruid
  3. is gekruid
  4. zijn gekruid
  5. zijn gekruid
  6. zijn gekruid
diversen
  1. kruid!
  2. kruidt!
  3. gekruid
  4. kruidend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for kruiden:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
krydda kruid; kruiderij; specerij
kryddor kruiden; smaakstoffen; specerijen
smaksättare kruiden; smaakstoffen; specerijen smaakmaker
säsonger kruiden; kruiderij
örter kruiden; smaakstoffen; specerijen
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
ge smak åt kruiden; kruiden toevoegen
krydda kruiden; kruiden toevoegen

Wiktionary: kruiden


Cross Translation:
FromToVia
kruiden krydda GewürzPflanzenteile (besonders von Kraut), die gemahlen oder ganz einer Speise beigemengt werden, um ihren Geschmack zu verbessern
kruiden krydda season — to flavour food
kruiden krydda spice — to add spice or spices to

gekruid forma de kruien:

kruien verbo (krui, kruit, kruide, kruiden, gekruid)

  1. kruien (karren)
    rulla; trilla
    • rulla verbo (rullar, rullade, rullat)
    • trilla verbo (trillar, trillade, trillat)

Conjugaciones de kruien:

o.t.t.
  1. krui
  2. kruit
  3. kruit
  4. kruien
  5. kruien
  6. kruien
o.v.t.
  1. kruide
  2. kruide
  3. kruide
  4. kruiden
  5. kruiden
  6. kruiden
v.t.t.
  1. heb gekruid
  2. hebt gekruid
  3. heeft gekruid
  4. hebben gekruid
  5. hebben gekruid
  6. hebben gekruid
v.v.t.
  1. had gekruid
  2. had gekruid
  3. had gekruid
  4. hadden gekruid
  5. hadden gekruid
  6. hadden gekruid
o.t.t.t.
  1. zal kruien
  2. zult kruien
  3. zal kruien
  4. zullen kruien
  5. zullen kruien
  6. zullen kruien
o.v.t.t.
  1. zou kruien
  2. zou kruien
  3. zou kruien
  4. zouden kruien
  5. zouden kruien
  6. zouden kruien
diversen
  1. krui!
  2. kruit!
  3. gekruid
  4. kruiend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for kruien:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
rulla karren; kruien schuiven; spartelen; taxiën; verrollen
trilla karren; kruien