Neerlandés
Traducciones detalladas de geschil de neerlandés a sueco
geschil:
-
het geschil (onenigheid; twist)
-
het geschil (ruzie; kwestie; twist)
-
het geschil (twistgesprek; dispuut; debat; woordenwisseling; redestrijd; ruzie; woordenstrijd; twist; redetwist)
Translation Matrix for geschil:
Noun | Traducciones relacionadas | Other Translations |
dispyt | debat; dispuut; geschil; onenigheid; redestrijd; redetwist; ruzie; twist; twistgesprek; woordenstrijd; woordenwisseling | aanvechten; bestrijden; betwisten; geargumenteer; geredeneer |
fajta | geschil; kwestie; ruzie; twist | |
gräl | debat; dispuut; geschil; onenigheid; redestrijd; redetwist; ruzie; twist; twistgesprek; woordenstrijd; woordenwisseling | aanvaringen; geargumenteer; geredeneer; ruzies |
kontrovers | geschil; onenigheid; twist | controverse |
ordstrid | debat; dispuut; geschil; redestrijd; redetwist; ruzie; twist; twistgesprek; woordenstrijd; woordenwisseling | |
skiljaktlighet | geschil; onenigheid; twist | |
strida | geschil; kwestie; ruzie; twist | |
Verb | Traducciones relacionadas | Other Translations |
strida | aanvechten; bestrijden; betwisten; knokken; matten; strijden; vechten |
Palabras relacionadas con "geschil":
Wiktionary: geschil
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• geschil | → konflikt | ↔ conflict — clash or disagreement |
• geschil | → friktion | ↔ friction — conflict |
• geschil | → stridighet; tvist; fejd; kiv | ↔ strife — violent conflict |
• geschil | → konflikt | ↔ Konflikt — Gegensatz von Meinungen oder Interessen |
• geschil | → tvist | ↔ différend — désuet|fr différence entre le prix demandé et le prix offert, dans une transaction commerciale. |