Inicio ->Diccionarios ->neerlandés/sueco ->Traducir gevestigd

Traducir gevestigd de neerlandés a sueco

Resumen
Neerlandés a sueco:   más información...
  1. gevestigd:
  2. vestigen:
  3. Wiktionary:

Neerlandés

Traducciones detalladas de gevestigd de neerlandés a sueco

gevestigd:

gevestigd adj.

  1. gevestigd (gezeten)
    situerad; situerat
  2. gevestigd (woonachtig; zetelend)
    boende; stannande
  3. gevestigd (gesetteld)
    etablerat; arriverad; arriverat

Translation Matrix for gevestigd:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
boende interne; inwonende; verblijven; woonomgeving
stannande stoppegeld
ModifierTraducciones relacionadasOther Translations
arriverad gesetteld; gevestigd
arriverat gesetteld; gevestigd
boende gevestigd; woonachtig; zetelend inwonende; stagiair
etablerat gesetteld; gevestigd
situerad gevestigd; gezeten gelegen; gesitueerd; liggend
situerat gevestigd; gezeten gelegen; gesitueerd; liggend
stannande gevestigd; woonachtig; zetelend

vestigen:

vestigen verbo (vestig, vestigt, vestigde, vestigden, gevestigd)

  1. vestigen (settelen; koloniseren)
    bosätta sig; slå sig ner; placera; kolonisera
    • bosätta sig verbo (bosätter sig, bosatte sig, bosatt sig)
    • slå sig ner verbo (slår sig ner, slog sig ner, slagit sig ner)
    • placera verbo (placerar, placerade, placerat)
    • kolonisera verbo (koloniserar, koloniserade, koloniserat)

Conjugaciones de vestigen:

o.t.t.
  1. vestig
  2. vestigt
  3. vestigt
  4. vestigen
  5. vestigen
  6. vestigen
o.v.t.
  1. vestigde
  2. vestigde
  3. vestigde
  4. vestigden
  5. vestigden
  6. vestigden
v.t.t.
  1. ben gevestigd
  2. bent gevestigd
  3. is gevestigd
  4. zijn gevestigd
  5. zijn gevestigd
  6. zijn gevestigd
v.v.t.
  1. was gevestigd
  2. was gevestigd
  3. was gevestigd
  4. waren gevestigd
  5. waren gevestigd
  6. waren gevestigd
o.t.t.t.
  1. zal vestigen
  2. zult vestigen
  3. zal vestigen
  4. zullen vestigen
  5. zullen vestigen
  6. zullen vestigen
o.v.t.t.
  1. zou vestigen
  2. zou vestigen
  3. zou vestigen
  4. zouden vestigen
  5. zouden vestigen
  6. zouden vestigen
diversen
  1. vestig!
  2. vestigt!
  5. gevestigd
  6. vestigend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for vestigen:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
bosätta sig nederzetting; vestiging
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
bosätta sig koloniseren; settelen; vestigen
kolonisera koloniseren; settelen; vestigen
placera koloniseren; settelen; vestigen bijzetten; deponeren; inklinken; leggen; neerleggen; neerzetten; plaatsen; situeren; wegleggen; zetten; zich afspelen
slå sig ner koloniseren; settelen; vestigen bezinken; effenen; egaliseren; genoegdoen; gesetteld zijn; vereffenen

Definiciones relacionadas de "vestigen":

  1. een praktijk beginnen1
    • hij heeft zich als arts gevestigd1
  2. een vaste plaats geven of krijgen1
    • hij heeft zijn bedrijf in het noorden gevestigd1
  3. erop richten1
    • alle ogen waren op mij gevestigd1

Wiktionary: vestigen

Cross Translation:
FromToVia
• vestigen → etablera sig; etablera ↔ etablieren — (transitiv) etwas dauerhaft einrichten, ins Leben rufen
• vestigen → grunda; instifta ↔ fonder — asseoir un bâtiment, un édifice sur des fondements.

Traducciones relacionadas de gevestigd







Tu diccionario de traducción gratuito, rápido y sencillo

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Página generada en 0.0432 segundos
Página mostrada en 1.0 segundos