Resumen
Neerlandés a sueco:   más información...
  1. gierigheid:
  2. gierig:
  3. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de gierigheid de neerlandés a sueco

gierigheid:

gierigheid [de ~ (v)] sustantivo

  1. de gierigheid (krenterigheid; vrekkigheid)
    knusslighet; snålhet; ynklighet; njugghet

Translation Matrix for gierigheid:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
knusslighet gierigheid; krenterigheid; vrekkigheid schraapzucht; schraperigheid; schrielheid
njugghet gierigheid; krenterigheid; vrekkigheid armzaligheid; karigheid; poverheid; schamelheid; schraalheid
snålhet gierigheid; krenterigheid; vrekkigheid schraapzucht; schraperigheid; schrielheid
ynklighet gierigheid; krenterigheid; vrekkigheid

Palabras relacionadas con "gierigheid":


gierigheid forma de gierig:

gierig adj.

  1. gierig (vrekkig; krenterig; schraperig; inhalig)
    girig; girigt

Translation Matrix for gierig:

ModifierTraducciones relacionadasOther Translations
girig gierig; inhalig; krenterig; schraperig; vrekkig hebberig; hebzuchtig; inhalig
girigt gierig; inhalig; krenterig; schraperig; vrekkig begerig; gierachtig; hebberig; hebzuchtig; inhalig; roofachtig; roofzuchtig

Palabras relacionadas con "gierig":

  • gierigheid, gieriger, gierigere, gierigst, gierigste, gierige

Antónimos de "gierig":


Definiciones relacionadas de "gierig":

  1. wie nooit iets weggeeft1
    • Jan heeft niets gegeven, hij is echt gierig1

Wiktionary: gierig


Cross Translation:
FromToVia
gierig girig; njugg avare — Qui a un désir excessif d’accumuler.
gierig girig; njugg avaricieux — Qui est d’une avarice mesquine.