Neerlandés
Traducciones detalladas de jammerlijk de neerlandés a sueco
jammerlijk:
-
jammerlijk (onbevredigend; onvoldoende; ontoereikend; teleurstellend; spijtig; betreurenswaardig; jammer; sneu)
-
jammerlijk (beklagenswaardig; erbarmelijk; zielig; stakkerig)
jämmerligt; ömkligt; beklagansvärd; beklagansvärt; jämmerlig-
jämmerligt adj.
-
ömkligt adj.
-
beklagansvärd adj.
-
beklagansvärt adj.
-
jämmerlig adj.
-