Neerlandés

Traducciones detalladas de jool de neerlandés a sueco

jool:

jool [de ~ (m)] sustantivo

  1. de jool (plezier; genoegen; pret; )
    glädje; nöje; upptåg
  2. de jool (pretmakerij; plezier; jolijt; lol; keet)
    förlustelse; nöje; skojighet; rolighet; nöjsamhet; munterhet

Translation Matrix for jool:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
förlustelse jolijt; jool; keet; lol; plezier; pretmakerij
glädje genoegen; genot; jool; leut; lust; plezier; pret euforie; geneugte; genieten; genot; welbehagen
munterhet jolijt; jool; keet; lol; plezier; pretmakerij blijheid; blijmoedigheid; gejoel; gejubel; hilariteit; kwiekheid; opgewektheid; pleziertjes; pretjes; vrolijkheid
nöje genoegen; genot; jolijt; jool; keet; leut; lol; lust; plezier; pret; pretmakerij aardigheid; entertainment; gein; geneugte; genieten; genoegen; genot; grap; grapjes; jolijt; keet; leut; lol; lolletjes; plezier; pret; schertsen; schop; tijdverdrijf; trap; uiting van vrolijkheid; voetbeweging
nöjsamhet jolijt; jool; keet; lol; plezier; pretmakerij
rolighet jolijt; jool; keet; lol; plezier; pretmakerij gein; lol; plezier
skojighet jolijt; jool; keet; lol; plezier; pretmakerij
upptåg genoegen; genot; jool; leut; lust; plezier; pret fouillering; poets; streek
OtherTraducciones relacionadasOther Translations
glädje blijdschap

Palabras relacionadas con "jool":

  • jolen