Resumen
Neerlandés a sueco:   más información...
  1. kankeren:
  2. kanker:
  3. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de kankeren de neerlandés a sueco

kankeren:

kankeren verbo (kanker, kankert, kankerde, kankerden, gekankerd)

  1. kankeren (over iets mopperen; klagen; mopperen; )
    gnälla; knorra; kvirra
    • gnälla verbo (gnäller, gnällde, gnällt)
    • knorra verbo (knorrar, knorrade, knorrat)
    • kvirra verbo (kvirr, kvirrde, kvirrt)
  2. kankeren (zeuren)
    knota; klaga
    • knota verbo (knotar, knotade, knotat)
    • klaga verbo (klagar, klagade, klagat)

Conjugaciones de kankeren:

o.t.t.
  1. kanker
  2. kankert
  3. kankert
  4. kankeren
  5. kankeren
  6. kankeren
o.v.t.
  1. kankerde
  2. kankerde
  3. kankerde
  4. kankerden
  5. kankerden
  6. kankerden
v.t.t.
  1. heb gekankerd
  2. hebt gekankerd
  3. heeft gekankerd
  4. hebben gekankerd
  5. hebben gekankerd
  6. hebben gekankerd
v.v.t.
  1. had gekankerd
  2. had gekankerd
  3. had gekankerd
  4. hadden gekankerd
  5. hadden gekankerd
  6. hadden gekankerd
o.t.t.t.
  1. zal kankeren
  2. zult kankeren
  3. zal kankeren
  4. zullen kankeren
  5. zullen kankeren
  6. zullen kankeren
o.v.t.t.
  1. zou kankeren
  2. zou kankeren
  3. zou kankeren
  4. zouden kankeren
  5. zouden kankeren
  6. zouden kankeren
diversen
  1. kanker!
  2. kankert!
  3. gekankerd
  4. kankerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for kankeren:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
knorra geknor
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
gnälla brommen; kankeren; klagen; mopperen; morren; over iets mopperen; pruttelen brullen; emmeren; gillen; janken; kermen; temen; zemelen; zich beklagen
klaga kankeren; zeuren bezwaar aantekenen; bezwaar maken; bezwaren; eisen; foeteren; huilen; jammeren; jeremiëren; kermen; klagen; knorren; knorrend geluid maken; protesteren; reclameren; rouwklagen; sakkeren; schreien; sputteren; tegenpruttelen; tegensputteren; uitgieren; weeklagen; zeuren
knorra brommen; kankeren; klagen; mopperen; morren; over iets mopperen; pruttelen foeteren; knorren; knorrend geluid maken; sakkeren
knota kankeren; zeuren knorren; knorrend geluid maken; sakkeren; zich beklagen
kvirra brommen; kankeren; klagen; mopperen; morren; over iets mopperen; pruttelen

Palabras relacionadas con "kankeren":


Wiktionary: kankeren


Cross Translation:
FromToVia
kankeren gnälla; klaga; gnata nörgelnpenetrant/störend, aber nicht aggressiv seinen Unmut äußern

kanker:

kanker [de ~ (m)] sustantivo

  1. de kanker
    kräfta; cancer
  2. de kanker
    cancer

Translation Matrix for kanker:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
cancer kanker
kräfta kanker rivierkreeft; zoetwaterkreeft

Palabras relacionadas con "kanker":


Wiktionary: kanker


Cross Translation:
FromToVia
kanker cancer cancer — disease of uncontrolled cellular proliferation
kanker jävla fucking — as an intensifier
kanker cancer; kräfta cancer — médecine|nocat=1 Maladie causée par une tumeur malin.