Resumen
Neerlandés a sueco:   más información...
  1. kroezen:
  2. kroes:


Neerlandés

Traducciones detalladas de kroezen de neerlandés a sueco

kroezen:

kroezen verbo (kroes, kroest, kroesde, kroesden, gekroesd)

  1. kroezen
    krusa
    • krusa verbo (krusar, krusade, krusat)

Conjugaciones de kroezen:

o.t.t.
  1. kroes
  2. kroest
  3. kroest
  4. kroezen
  5. kroezen
  6. kroezen
o.v.t.
  1. kroesde
  2. kroesde
  3. kroesde
  4. kroesden
  5. kroesden
  6. kroesden
v.t.t.
  1. heb gekroesd
  2. hebt gekroesd
  3. heeft gekroesd
  4. hebben gekroesd
  5. hebben gekroesd
  6. hebben gekroesd
v.v.t.
  1. had gekroesd
  2. had gekroesd
  3. had gekroesd
  4. hadden gekroesd
  5. hadden gekroesd
  6. hadden gekroesd
o.t.t.t.
  1. zal kroezen
  2. zult kroezen
  3. zal kroezen
  4. zullen kroezen
  5. zullen kroezen
  6. zullen kroezen
o.v.t.t.
  1. zou kroezen
  2. zou kroezen
  3. zou kroezen
  4. zouden kroezen
  5. zouden kroezen
  6. zouden kroezen
diversen
  1. kroes!
  2. kroest!
  3. gekroesd
  4. kroezend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for kroezen:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
krusa kroezen

Palabras relacionadas con "kroezen":


kroezen forma de kroes:

kroes adj.

  1. kroes (met kroeshaar; kroezig)

kroes [de ~ (m)] sustantivo

  1. de kroes
    mugg; bägare

Translation Matrix for kroes:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
bägare kroes beker; drinkbeker; kelk; kelkje; mok; pul; trofee
mugg kroes kopje
ModifierTraducciones relacionadasOther Translations
krulligt kroes; kroezig; met kroeshaar gekruld; krullend; krullig
krusig kroes; kroezig; met kroeshaar gekruld; krullig
krusigt kroes; kroezig; met kroeshaar gekruld; krullend; krullig
lockig kroes; kroezig; met kroeshaar
lockigt kroes; kroezig; met kroeshaar gekruld; krullend; krullig

Palabras relacionadas con "kroes":