Noun | Traducciones relacionadas | Other Translations |
affärer
|
affaire; liaison; liefdesrelatie; relatie; verhouding
|
aangelegenheden; affaires; bedrijfsleven; bezigheden; commercie; handel; zaken
|
avtalat möte
|
afgesproken ontmoeting; afspraak; liaison
|
|
band
|
aansluiting; band; connectie; liaison; link; relatie; samenhang; verband; verbinding
|
band; bandjes; binding; blaaskapel; cassette; cassettebandje; draagband; draagriem; fanfare; fanfarekorps; galon; gebondenheid; geluidsband; harmonie; inktlint; kapel; kapellen; koorden; linten; lintje; magneetband; muziekgezelschappen; muziekkorps; omzoming; snoeren; strook; tres
|
bindning
|
affaire; avontuurtje; liaison; relatie; slippertje; verhouding
|
binding; grens
|
date
|
afgesproken ontmoeting; afspraak; liaison
|
|
frieri
|
liaison; liefdesbetrekking; liefdesrelatie; relatie; verhouding; verkering
|
aanzoek; huwelijksaanzoek
|
förbindelse
|
aansluiting; affaire; avontuurtje; band; connectie; liaison; link; relatie; samenhang; slippertje; verband; verbinding; verhouding
|
aaneenkoppeling; aaneensluiting; aaneenvoeging; aansluiting; alliantie; band; binding; bond; bondgenootschap; borgtocht; connectie; contact; correlatie; gebondenheid; koppeling; lijnverbinding; link; ommegang; onderling verband; relatie; samenhang; samenvoeging; schakel; stuurpen; verband; verbinding; verbond
|
förhållande
|
aansluiting; affaire; avontuurtje; band; connectie; liaison; link; relatie; samenhang; slippertje; verband; verbinding; verhouding
|
relatie; verwantschap
|
kurtis
|
liaison; liefdesbetrekking; liefdesrelatie; relatie; verhouding; verkering
|
behaagzucht; koketterie
|
kärleksaffär
|
liaison; liefdesbetrekking; liefdesrelatie; relatie; verhouding; verkering
|
|
kärlekshistoria
|
liaison; liefdesbetrekking; liefdesrelatie; relatie; verhouding; verkering
|
scharrel
|
liaison
|
affaire; avontuurtje; liaison; relatie; slippertje; verhouding
|
|
länk
|
aansluiting; band; connectie; liaison; link; relatie; samenhang; verband; verbinding
|
OLE/DDE-koppeling; aansluitstuk; band; binding; gebondenheid; het gebonden zijn; hyperlink; koppeling; link; schakel; schakelketting; schalm
|
nära samband
|
affaire; avontuurtje; liaison; relatie; slippertje; verhouding
|
|
relation
|
aansluiting; band; connectie; liaison; link; relatie; samenhang; verband; verbinding
|
relatie; verwantschap
|
romans
|
liaison; liefdesbetrekking; liefdesrelatie; relatie; verhouding; verkering
|
liefdesavontuur; liefdesgeschiedenis; romance
|
samband
|
aansluiting; band; connectie; liaison; liefdesbetrekking; liefdesrelatie; link; relatie; samenhang; verband; verbinding; verhouding; verkering
|
connectie; link; onderling verband; relatie; samenhang; schakel; verband; verwantschap
|
träff
|
afgesproken ontmoeting; afspraak; liaison
|
bijeenkomst; bijeenroeping; hit; manifestatie; raakschot; samenkomst; schot in de roos; treffer; vergadering; zitting
|