Resumen
Neerlandés a sueco:   más información...
  1. loot:
  2. loten:


Neerlandés

Traducciones detalladas de loot de neerlandés a sueco

loot:

loot [de ~] sustantivo

  1. de loot (twijg; takje)
    gren; kvist; spö; ättling
  2. de loot (stekje; spruit; scheut)
    skott; stickling

Translation Matrix for loot:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
gren loot; takje; twijg deelsoort; sectie; steun; steunpilaar; tak; toeverlaat; vakgroep; vertakking; zijtak
kvist loot; takje; twijg
skott loot; scheut; spruit; stekje afknallen; dwarsschot; spruitjes
spö loot; takje; twijg karwats; oeverriet; riet; rietstengel; rotan; zweep
stickling loot; scheut; spruit; stekje jonge plant; plantestekje; scheut; schoot; spruit; stek
ättling loot; takje; twijg afstammeling; nakomeling; telg

Palabras relacionadas con "loot":

  • lootten, lootje, lootjes

loten:

loten verbo (loot, lootte, lootten, geloot)

  1. loten (verloten)
    lotta ut
    • lotta ut verbo (lottar ut, lottade ut, lottat ut)

Conjugaciones de loten:

o.t.t.
  1. loot
  2. loot
  3. loot
  4. loten
  5. loten
  6. loten
o.v.t.
  1. lootte
  2. lootte
  3. lootte
  4. lootten
  5. lootten
  6. lootten
v.t.t.
  1. heb geloot
  2. hebt geloot
  3. heeft geloot
  4. hebben geloot
  5. hebben geloot
  6. hebben geloot
v.v.t.
  1. had geloot
  2. had geloot
  3. had geloot
  4. hadden geloot
  5. hadden geloot
  6. hadden geloot
o.t.t.t.
  1. zal loten
  2. zult loten
  3. zal loten
  4. zullen loten
  5. zullen loten
  6. zullen loten
o.v.t.t.
  1. zou loten
  2. zou loten
  3. zou loten
  4. zouden loten
  5. zouden loten
  6. zouden loten
diversen
  1. loot!
  2. loot!
  3. geloot
  4. lotend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for loten:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
lotta ut loten; verloten

Palabras relacionadas con "loten":