Resumen
Neerlandés a sueco:   más información...
  1. meetellen:


Neerlandés

Traducciones detalladas de meetellen de neerlandés a sueco

meetellen:

meetellen verbo (tel mee, telt mee, telde mee, telden mee, meegeteld)

  1. meetellen (erbij rekenen; meerekenen)
    inkludera; räkna med; inberäkna
    • inkludera verbo (inkluderar, inkluderade, inkluderat)
    • räkna med verbo (räknar med, räknade med, räknat med)
    • inberäkna verbo (inberäknar, inberäknade, inberäknat)
  2. meetellen (meerekenen)
    inkludera; räkna med; räkna in
    • inkludera verbo (inkluderar, inkluderade, inkluderat)
    • räkna med verbo (räknar med, räknade med, räknat med)
    • räkna in verbo (räknar in, räknade in, räknat in)

Conjugaciones de meetellen:

o.t.t.
  1. tel mee
  2. telt mee
  3. telt mee
  4. tellen mee
  5. tellen mee
  6. tellen mee
o.v.t.
  1. telde mee
  2. telde mee
  3. telde mee
  4. telden mee
  5. telden mee
  6. telden mee
v.t.t.
  1. heb meegeteld
  2. hebt meegeteld
  3. heeft meegeteld
  4. hebben meegeteld
  5. hebben meegeteld
  6. hebben meegeteld
v.v.t.
  1. had meegeteld
  2. had meegeteld
  3. had meegeteld
  4. hadden meegeteld
  5. hadden meegeteld
  6. hadden meegeteld
o.t.t.t.
  1. zal meetellen
  2. zult meetellen
  3. zal meetellen
  4. zullen meetellen
  5. zullen meetellen
  6. zullen meetellen
o.v.t.t.
  1. zou meetellen
  2. zou meetellen
  3. zou meetellen
  4. zouden meetellen
  5. zouden meetellen
  6. zouden meetellen
en verder
  1. ben meegeteld
  2. bent meegeteld
  3. is meegeteld
  4. zijn meegeteld
  5. zijn meegeteld
  6. zijn meegeteld
diversen
  1. tel mee!
  2. telt mee!
  3. meegeteld
  4. meetellend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for meetellen:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
räkna med meeberekening
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
inberäkna erbij rekenen; meerekenen; meetellen
inkludera erbij rekenen; meerekenen; meetellen behelzen; binnenwerpen; inhouden
räkna in meerekenen; meetellen behelzen; inhouden
räkna med erbij rekenen; meerekenen; meetellen tegemoetzien; uitkijken naar; verwachten; vooruitzien