Resumen
Neerlandés a sueco:   más información...
  1. minimaliseren:


Neerlandés

Traducciones detalladas de minimaliseren de neerlandés a sueco

minimaliseren:

minimaliseren verbo (minimaliseer, minimaliseert, minimaliseerde, minimaliseerden, geminimaliseerd)

  1. minimaliseren (minder maken)
    reducera; korta in; göra mindre
    • reducera verbo (reducerar, reducerade, reducerat)
    • korta in verbo (kortar in, kortade in, kortat in)
    • göra mindre verbo (gör mindre, gjorde mindre, gjort mindre)
  2. minimaliseren (kleiner maken; verkleinen)
    minska; göra mindre
    • minska verbo (minskar, minskade, minskat)
    • göra mindre verbo (gör mindre, gjorde mindre, gjort mindre)
  3. minimaliseren

Conjugaciones de minimaliseren:

o.t.t.
  1. minimaliseer
  2. minimaliseert
  3. minimaliseert
  4. minimaliseren
  5. minimaliseren
  6. minimaliseren
o.v.t.
  1. minimaliseerde
  2. minimaliseerde
  3. minimaliseerde
  4. minimaliseerden
  5. minimaliseerden
  6. minimaliseerden
v.t.t.
  1. heb geminimaliseerd
  2. hebt geminimaliseerd
  3. heeft geminimaliseerd
  4. hebben geminimaliseerd
  5. hebben geminimaliseerd
  6. hebben geminimaliseerd
v.v.t.
  1. had geminimaliseerd
  2. had geminimaliseerd
  3. had geminimaliseerd
  4. hadden geminimaliseerd
  5. hadden geminimaliseerd
  6. hadden geminimaliseerd
o.t.t.t.
  1. zal minimaliseren
  2. zult minimaliseren
  3. zal minimaliseren
  4. zullen minimaliseren
  5. zullen minimaliseren
  6. zullen minimaliseren
o.v.t.t.
  1. zou minimaliseren
  2. zou minimaliseren
  3. zou minimaliseren
  4. zouden minimaliseren
  5. zouden minimaliseren
  6. zouden minimaliseren
diversen
  1. minimaliseer!
  2. minimaliseert!
  3. geminimaliseerd
  4. minimaliserend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for minimaliseren:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
göra mindre kleiner maken; minder maken; minimaliseren; verkleinen afnemen; beperken; inkrimpen; inperken; kleiner maken; krimpen; minder worden; minderen; reduceren; slinken; verkleinen; verkorten; verlagen; verminderen
korta in minder maken; minimaliseren afnemen; beperken; inkorten; inkrimpen; inperken; korten; krimpen; minder worden; minderen; reduceren; slinken; verkorten; verkrappen; verlagen; verminderen
minimera minimaliseren
minska kleiner maken; minimaliseren; verkleinen achteruitgaan; afkorten; afnemen; afnemend; dalen; declineren; denigreren; inkrimpen; kleiner maken; kleineren; krimpen; lager maken; lenigen; minder worden; minderen; slinken; slinkend; tanen; tanend; terugdraaien; teruggaan; terugschroeven; verkleinen; verlagen; verlichten; verminderen; vervallen; verzachten
reducera minder maken; minimaliseren afprijzen; besparen; bezuinigen; door koken dikker maken; door koken verdikken; inbinden; indikken; inkoken; korten; lager maken; matigen; reduceren; verdikken; verlagen; verminderen
Not SpecifiedTraducciones relacionadasOther Translations
minska afname voorraad; vermindering