Resumen


Neerlandés

Traducciones detalladas de omloop de neerlandés a sueco

omloop:

omloop [de ~ (m)] sustantivo

  1. de omloop (roulatie; circulatie; rouleren)
    kretslopp; cirkulation
  2. de omloop (wandeling; ommetje; wandeltocht; )
    promenad; spatsertur; gångtur

Translation Matrix for omloop:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
cirkulation circulatie; omloop; roulatie; rouleren
gångtur kuier; loopje; omloop; ommetje; tochtje; uitje; wandeling; wandeltocht
kretslopp circulatie; omloop; roulatie; rouleren cyclus; kringloop
promenad kuier; loopje; omloop; ommetje; tochtje; uitje; wandeling; wandeltocht promenade; rondwandeling
spatsertur kuier; loopje; omloop; ommetje; tochtje; uitje; wandeling; wandeltocht

Palabras relacionadas con "omloop":


omloop forma de omlopen:

omlopen verbo (loop om, loopt om, liep om, liepen om, omgelopen)

  1. omlopen (langs een omweg lopen)
    göra en omväg
    • göra en omväg verbo (gör en omväg, gjorde en omväg, gjort en omväg)

Conjugaciones de omlopen:

o.t.t.
  1. loop om
  2. loopt om
  3. loopt om
  4. lopen om
  5. lopen om
  6. lopen om
o.v.t.
  1. liep om
  2. liep om
  3. liep om
  4. liepen om
  5. liepen om
  6. liepen om
v.t.t.
  1. ben omgelopen
  2. bent omgelopen
  3. is omgelopen
  4. zijn omgelopen
  5. zijn omgelopen
  6. zijn omgelopen
v.v.t.
  1. was omgelopen
  2. was omgelopen
  3. was omgelopen
  4. waren omgelopen
  5. waren omgelopen
  6. waren omgelopen
o.t.t.t.
  1. zal omlopen
  2. zult omlopen
  3. zal omlopen
  4. zullen omlopen
  5. zullen omlopen
  6. zullen omlopen
o.v.t.t.
  1. zou omlopen
  2. zou omlopen
  3. zou omlopen
  4. zouden omlopen
  5. zouden omlopen
  6. zouden omlopen
en verder
  1. heb omgelopen
  2. hebt omgelopen
  3. heeft omgelopen
  4. hebben omgelopen
  5. hebben omgelopen
  6. hebben omgelopen
diversen
  1. loop om!
  2. loopt om!
  3. omgelopen
  4. omlopend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for omlopen:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
göra en omväg langs een omweg lopen; omlopen een omweg maken; omrijden

Palabras relacionadas con "omlopen":


Traducciones relacionadas de omloop