Neerlandés
Traducciones detalladas de oplaten de neerlandés a sueco
oplaten:
-
oplaten (laten opstijgen)
Conjugaciones de oplaten:
o.t.t.
- laat op
- laat op
- laat op
- laten op
- laten op
- laten op
o.v.t.
- liet op
- liet op
- liet op
- lieten op
- lieten op
- lieten op
v.t.t.
- heb opgelaten
- hebt opgelaten
- heeft opgelaten
- hebben opgelaten
- hebben opgelaten
- hebben opgelaten
v.v.t.
- had opgelaten
- had opgelaten
- had opgelaten
- hadden opgelaten
- hadden opgelaten
- hadden opgelaten
o.t.t.t.
- zal oplaten
- zult oplaten
- zal oplaten
- zullen oplaten
- zullen oplaten
- zullen oplaten
o.v.t.t.
- zou oplaten
- zou oplaten
- zou oplaten
- zouden oplaten
- zouden oplaten
- zouden oplaten
diversen
- laat op!
- laat op!
- opgelaten
- oplatend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for oplaten:
Verb | Traducciones relacionadas | Other Translations |
avskjuta | laten opstijgen; oplaten | |
låta flyga | laten opstijgen; oplaten | |
slunga ut | laten opstijgen; oplaten |