Neerlandés

Traducciones detalladas de opvallend de neerlandés a sueco

opvallend:


Translation Matrix for opvallend:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
framstående voorbedachtheid
ModifierTraducciones relacionadasOther Translations
anslående frappant; in het oog lopend; in het oog springend; opmerkelijk; opmerkenswaardig; opvallend; saillant; treffend
framstående eruitspringend; opvallend; uitsteken aanzienlijk; adelijk; befaamd; beroemd; deftig; doorluchtig; geacht; gedistingeerd; gewichtig; hooggeplaatst; hooggezeten; illuster; onafgelost; prominent; verheven; vooraanstaand; vooraanstaande; voornaam
frapperande frappant; in het oog lopend; in het oog springend; opmerkelijk; opmerkenswaardig; opvallend; saillant; treffend
imponerande frappant; in het oog lopend; in het oog springend; opmerkelijk; opmerkenswaardig; opvallend; saillant; treffend
markant frappant; in het oog lopend; in het oog springend; opmerkelijk; opmerkenswaardig; opvallend; saillant; treffend
slående frappant; in het oog lopend; in het oog springend; opmerkelijk; opmerkenswaardig; opvallend; saillant; treffend gedenkwaardig; heugelijk; memorabel

Palabras relacionadas con "opvallend":

  • opvallender, opvallendere, opvallendst, opvallendste

Wiktionary: opvallend


Cross Translation:
FromToVia
opvallend uppenbar; påfallande; iögonfallande; markant conspicuous — obvious or easy to notice
opvallend uppseendeväckande; iögonfallande auffällig — die Aufmerksamkeit auf sich ziehend

opvallend forma de opvallen:

opvallen verbo (val op, valt op, viel op, vielen op, opgevallen)

  1. opvallen (uitsteken; uitspringen; eruit springen; afsteken; in het oog lopen)
    dra uppmärksamhet; vara uppfallande

Conjugaciones de opvallen:

o.t.t.
  1. val op
  2. valt op
  3. valt op
  4. vallen op
  5. vallen op
  6. vallen op
o.v.t.
  1. viel op
  2. viel op
  3. viel op
  4. vielen op
  5. vielen op
  6. vielen op
v.t.t.
  1. ben opgevallen
  2. bent opgevallen
  3. is opgevallen
  4. zijn opgevallen
  5. zijn opgevallen
  6. zijn opgevallen
v.v.t.
  1. was opgevallen
  2. was opgevallen
  3. was opgevallen
  4. waren opgevallen
  5. waren opgevallen
  6. waren opgevallen
o.t.t.t.
  1. zal opvallen
  2. zult opvallen
  3. zal opvallen
  4. zullen opvallen
  5. zullen opvallen
  6. zullen opvallen
o.v.t.t.
  1. zou opvallen
  2. zou opvallen
  3. zou opvallen
  4. zouden opvallen
  5. zouden opvallen
  6. zouden opvallen
diversen
  1. val op!
  2. valt op!
  3. opgevallen
  4. opvallend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

opvallen [znw.] sustantivo

  1. opvallen

Translation Matrix for opvallen:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
ögonfallande opvallen blik; oogopslag
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
dra uppmärksamhet afsteken; eruit springen; in het oog lopen; opvallen; uitspringen; uitsteken aandacht trekken
vara uppfallande afsteken; eruit springen; in het oog lopen; opvallen; uitspringen; uitsteken
ModifierTraducciones relacionadasOther Translations
dra uppmärksamhet aandachttrekkend

Definiciones relacionadas de "opvallen":

  1. duidelijk anders zijn1
    • met die jurk valt Gina erg op1

Wiktionary: opvallen


Cross Translation:
FromToVia
opvallen knacka; banka; drabba; slå heurterentrer brusquement en contact.