Resumen
Neerlandés a sueco:   más información...
  1. opvrijen:


Neerlandés

Traducciones detalladas de opvrijen de neerlandés a sueco

opvrijen:

opvrijen verbo (vrij op, vrijt op, vree op, vreën op, opgevreën)

  1. opvrijen
    tända; upphetsa

Conjugaciones de opvrijen:

o.t.t.
  1. vrij op
  2. vrijt op
  3. vrijt op
  4. vrijen op
  5. vrijen op
  6. vrijen op
o.v.t.
  1. vree op
  2. vree op
  3. vree op
  4. vreën op
  5. vreën op
  6. vreën op
v.t.t.
  1. heb opgevreën
  2. hebt opgevreën
  3. heeft opgevreën
  4. hebben opgevreën
  5. hebben opgevreën
  6. hebben opgevreën
v.v.t.
  1. had opgevreën
  2. had opgevreën
  3. had opgevreën
  4. hadden opgevreën
  5. hadden opgevreën
  6. hadden opgevreën
o.t.t.t.
  1. zal opvrijen
  2. zult opvrijen
  3. zal opvrijen
  4. zullen opvrijen
  5. zullen opvrijen
  6. zullen opvrijen
o.v.t.t.
  1. zou opvrijen
  2. zou opvrijen
  3. zou opvrijen
  4. zouden opvrijen
  5. zouden opvrijen
  6. zouden opvrijen
en verder
  1. ben opgevreën
  2. bent opgevreën
  3. is opgevreën
  4. zijn opgevreën
  5. zijn opgevreën
  6. zijn opgevreën
diversen
  1. vrij op!
  2. vrijt op!
  3. opgevreën
  4. opvrijend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for opvrijen:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
tända opvrijen aanmaken; aansteken; doen branden; licht aansteken; ontsteken; vuur maken
upphetsa opvrijen