Resumen
Neerlandés a sueco:   más información...
  1. overbluffen:


Neerlandés

Traducciones detalladas de overbluffen de neerlandés a sueco

overbluffen:

overbluffen verbo (overbluf, overbluft, overblufte, overbluften, overbluft)

  1. overbluffen (overdonderen)
    förbluffa; förstumma
    • förbluffa verbo (förbluffar, förbluffade, förbluffat)
    • förstumma verbo (förstummar, förstummade, förstummat)

Conjugaciones de overbluffen:

o.t.t.
  1. overbluf
  2. overbluft
  3. overbluft
  4. overbluffen
  5. overbluffen
  6. overbluffen
o.v.t.
  1. overblufte
  2. overblufte
  3. overblufte
  4. overbluften
  5. overbluften
  6. overbluften
v.t.t.
  1. heb overbluft
  2. hebt overbluft
  3. heeft overbluft
  4. hebben overbluft
  5. hebben overbluft
  6. hebben overbluft
v.v.t.
  1. had overbluft
  2. had overbluft
  3. had overbluft
  4. hadden overbluft
  5. hadden overbluft
  6. hadden overbluft
o.t.t.t.
  1. zal overbluffen
  2. zult overbluffen
  3. zal overbluffen
  4. zullen overbluffen
  5. zullen overbluffen
  6. zullen overbluffen
o.v.t.t.
  1. zou overbluffen
  2. zou overbluffen
  3. zou overbluffen
  4. zouden overbluffen
  5. zouden overbluffen
  6. zouden overbluffen
en verder
  1. ben overbluft
  2. bent overbluft
  3. is overbluft
  4. zijn overbluft
  5. zijn overbluft
  6. zijn overbluft
diversen
  1. overbluf!
  2. overbluft!
  3. overbluft
  4. overbluffend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for overbluffen:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
förbluffa overbluffen; overdonderen bevreemden; overdonderen; verbazen; verbijsteren; verbluffen; verwonderen
förstumma overbluffen; overdonderen overdonderen; verbluffen

Traducciones automáticas externas: