Resumen
Neerlandés a sueco: más información...
- overeenkomen:
-
Wiktionary:
- overeenkomen → hålla sams, komma överens, stämma överens, korrespondera
Neerlandés
Traducciones detalladas de overeenkomen de neerlandés a sueco
overeenkomen:
-
overeenkomen (eens worden; overeenstemmen)
-
overeenkomen (afspreken; accorderen)
-
overeenkomen (overeenstemmen met; overeenkomen met; kloppen met; stroken; stroken met)
-
overeenkomen (corresponderen; stroken; overeenstemmen)
Conjugaciones de overeenkomen:
o.t.t.
- kom overeen
- komt overeen
- komt overeen
- komen overeen
- komen overeen
- komen overeen
o.v.t.
- kwam overeen
- kwam overeen
- kwam overeen
- kwamen overeen
- kwamen overeen
- kwamen overeen
v.t.t.
- ben overeen gekomen
- bent overeen gekomen
- is overeen gekomen
- zijn overeen gekomen
- zijn overeen gekomen
- zijn overeen gekomen
v.v.t.
- was overeen gekomen
- was overeen gekomen
- was overeen gekomen
- waren overeen gekomen
- waren overeen gekomen
- waren overeen gekomen
o.t.t.t.
- zal overeenkomen
- zult overeenkomen
- zal overeenkomen
- zullen overeenkomen
- zullen overeenkomen
- zullen overeenkomen
o.v.t.t.
- zou overeenkomen
- zou overeenkomen
- zou overeenkomen
- zouden overeenkomen
- zouden overeenkomen
- zouden overeenkomen
diversen
- kom overeen!
- komt overeen!
- overeen gekomen
- overeenkomend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for overeenkomen:
Verb | Traducciones relacionadas | Other Translations |
avstämma med | kloppen met; overeenkomen; overeenkomen met; overeenstemmen met; stroken; stroken met | |
avtala | eens worden; overeenkomen; overeenstemmen | |
passa | kloppen met; overeenkomen; overeenkomen met; overeenstemmen met; stroken; stroken met | aangenaam aandoen; bevallen; bijpassen; conveniëren; deugen; gelegen komen; geschikt zijn; passen; passend zijn; plezieren; schikken; staan; uitkomen |
överenskomma | accorderen; afspreken; eens worden; overeenkomen; overeenstemmen | |
överenskomma med | corresponderen; overeenkomen; overeenstemmen; stroken |
Wiktionary: overeenkomen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• overeenkomen | → hålla sams; komma överens | ↔ get along — interact or coexist well, without argument or trouble |
• overeenkomen | → komma överens | ↔ vereinbaren — eine Abmachung treffen |
• overeenkomen | → stämma överens; korrespondera | ↔ correspondre — Être en rapport de symétrie et d’harmonie avec quelque chose. |