Resumen
Neerlandés a sueco:   más información...
  1. paardrijden:
  2. Wiktionary:
    • paardrijden → rida


Neerlandés

Traducciones detalladas de paardrijden de neerlandés a sueco

paardrijden:

paardrijden verbo (rijd paard, rijdt paard, reed paard, reden paard, paard gereden)

  1. paardrijden
  2. paardrijden

Conjugaciones de paardrijden:

o.t.t.
  1. rijd paard
  2. rijdt paard
  3. rijdt paard
  4. rijden paard
  5. rijden paard
  6. rijden paard
o.v.t.
  1. reed paard
  2. reed paard
  3. reed paard
  4. reden paard
  5. reden paard
  6. reden paard
v.t.t.
  1. heb paard gereden
  2. hebt paard gereden
  3. heeft paard gereden
  4. hebben paard gereden
  5. hebben paard gereden
  6. hebben paard gereden
v.v.t.
  1. had paard gereden
  2. had paard gereden
  3. had paard gereden
  4. hadden paard gereden
  5. hadden paard gereden
  6. hadden paard gereden
o.t.t.t.
  1. zal paardrijden
  2. zult paardrijden
  3. zal paardrijden
  4. zullen paardrijden
  5. zullen paardrijden
  6. zullen paardrijden
o.v.t.t.
  1. zou paardrijden
  2. zou paardrijden
  3. zou paardrijden
  4. zouden paardrijden
  5. zouden paardrijden
  6. zouden paardrijden
diversen
  1. rijd paard!
  2. rijdt paard!
  3. paard gereden
  4. paardrijdend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for paardrijden:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
rida häst paardrijden
rida på en häst paardrijden

Wiktionary: paardrijden


Cross Translation:
FromToVia
paardrijden rida reiten — (intransitiv) Hilfsverb „sein“, seltener „haben“: sich auf dem Rücken eines Reittieres (besonders eines Pferdes) befinden und sich mit dessen Hilfe fortbewegen