Resumen
Neerlandés a sueco:   más información...
  1. peuteren:
  2. peuter:
  3. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de peuteren de neerlandés a sueco

peuteren:

peuteren verbo (peuter, peutert, peuterde, peuterden, gepeuterd)

  1. peuteren (pulken)
    plocka
    • plocka verbo (plockar, plockade, plockat)

Conjugaciones de peuteren:

o.t.t.
  1. peuter
  2. peutert
  3. peutert
  4. peuteren
  5. peuteren
  6. peuteren
o.v.t.
  1. peuterde
  2. peuterde
  3. peuterde
  4. peuterden
  5. peuterden
  6. peuterden
v.t.t.
  1. heb gepeuterd
  2. hebt gepeuterd
  3. heeft gepeuterd
  4. hebben gepeuterd
  5. hebben gepeuterd
  6. hebben gepeuterd
v.v.t.
  1. had gepeuterd
  2. had gepeuterd
  3. had gepeuterd
  4. hadden gepeuterd
  5. hadden gepeuterd
  6. hadden gepeuterd
o.t.t.t.
  1. zal peuteren
  2. zult peuteren
  3. zal peuteren
  4. zullen peuteren
  5. zullen peuteren
  6. zullen peuteren
o.v.t.t.
  1. zou peuteren
  2. zou peuteren
  3. zou peuteren
  4. zouden peuteren
  5. zouden peuteren
  6. zouden peuteren
diversen
  1. peuter!
  2. peutert!
  3. gepeuterd
  4. peuterend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for peuteren:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
plocka peuteren; pulken afplukken; binnen halen; oogsten; orderverzamelen; plukken

Palabras relacionadas con "peuteren":


peuter:

peuter [de ~ (m)] sustantivo

  1. de peuter (klein kind; uk; dreumes; )
    spädbarn; litet barn; baby

Translation Matrix for peuter:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
baby dreumes; hummel; klein kind; kleintje; peuter; uk; worm; wurm baby; babytje; kind; kind dat aan de borst is; kindje; klein kind; kleuter; zuigeling
litet barn dreumes; hummel; klein kind; kleintje; peuter; uk; worm; wurm klein kind; kleine; kleuter; wichtje
spädbarn dreumes; hummel; klein kind; kleintje; peuter; uk; worm; wurm baby; kind; kind dat aan de borst is; kindje; klein kind; kleuter; vroegste kinderjaren; zuigeling

Palabras relacionadas con "peuter":

  • peuteren, peuters, peutertje, peutertjes

Wiktionary: peuter


Cross Translation:
FromToVia
peuter småbarn toddler — young human child
peuter koltbarn bambin — (familier, fr) bébé, enfant.