Resumen
Neerlandés a sueco:   más información...
  1. prop:
  2. proppen:


Neerlandés

Traducciones detalladas de prop de neerlandés a sueco

prop:

prop [de ~] sustantivo

  1. de prop (bloedprop)
    blodpropp

Translation Matrix for prop:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
blodpropp bloedprop; prop bloedlichaampje

Palabras relacionadas con "prop":


prop forma de proppen:

proppen verbo (prop, propt, propte, propten, gepropt)

  1. proppen (ineen duwen)
    fylla; stoppa; proppa; späcka
    • fylla verbo (fyller, fyllde, fyllt)
    • stoppa verbo (stoppar, stoppade, stoppat)
    • proppa verbo (proppar, proppade, proppat)
    • späcka verbo (späckar, späckade, späckat)

Conjugaciones de proppen:

o.t.t.
  1. prop
  2. propt
  3. propt
  4. proppen
  5. proppen
  6. proppen
o.v.t.
  1. propte
  2. propte
  3. propte
  4. propten
  5. propten
  6. propten
v.t.t.
  1. heb gepropt
  2. hebt gepropt
  3. heeft gepropt
  4. hebben gepropt
  5. hebben gepropt
  6. hebben gepropt
v.v.t.
  1. had gepropt
  2. had gepropt
  3. had gepropt
  4. hadden gepropt
  5. hadden gepropt
  6. hadden gepropt
o.t.t.t.
  1. zal proppen
  2. zult proppen
  3. zal proppen
  4. zullen proppen
  5. zullen proppen
  6. zullen proppen
o.v.t.t.
  1. zou proppen
  2. zou proppen
  3. zou proppen
  4. zouden proppen
  5. zouden proppen
  6. zouden proppen
diversen
  1. prop!
  2. propt!
  3. gepropt
  4. proppend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for proppen:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
fylla dronkenschap
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
fylla ineen duwen; proppen dichtgooien; farceren; gaten dichten; opvullen; opzetten; plomberen; stoppen; volgieten; volgooien; volmaken; volplempen; volpompen; volschenken; volstorten; vullen
proppa ineen duwen; proppen dragen; onbeschoft eten; ondersteunen; schoren; schragen; steunen; stutten; vreten
späcka ineen duwen; proppen
stoppa ineen duwen; proppen afhouden; beletten; doen stoppen; een halt toeroepen; ervanaf houden; gaten dichten; halt houden; mazen; ophouden; opzetten; remmen; stelpen; stillen; stoppen; stopzetten; tegengehouden worden; tegenhouden; temporiseren; tot staan brengen; vertragen; weerhouden

Palabras relacionadas con "proppen":


Definiciones relacionadas de "proppen":

  1. er grote hoeveelheden in duwen1
    • hij propte de boterham in één keer in zijn mond1