Resumen
Neerlandés a sueco:   más información...
  1. rebelleren:


Neerlandés

Traducciones detalladas de rebelleren de neerlandés a sueco

rebelleren:

rebelleren verbo (rebelleer, rebelleert, rebelleerde, rebelleerden, gerebelleerd)

  1. rebelleren (in opstand komen)
    resa sig; revoltera; göra uppror; rebellera

Conjugaciones de rebelleren:

o.t.t.
  1. rebelleer
  2. rebelleert
  3. rebelleert
  4. rebelleren
  5. rebelleren
  6. rebelleren
o.v.t.
  1. rebelleerde
  2. rebelleerde
  3. rebelleerde
  4. rebelleerden
  5. rebelleerden
  6. rebelleerden
v.t.t.
  1. heb gerebelleerd
  2. hebt gerebelleerd
  3. heeft gerebelleerd
  4. hebben gerebelleerd
  5. hebben gerebelleerd
  6. hebben gerebelleerd
v.v.t.
  1. had gerebelleerd
  2. had gerebelleerd
  3. had gerebelleerd
  4. hadden gerebelleerd
  5. hadden gerebelleerd
  6. hadden gerebelleerd
o.t.t.t.
  1. zal rebelleren
  2. zult rebelleren
  3. zal rebelleren
  4. zullen rebelleren
  5. zullen rebelleren
  6. zullen rebelleren
o.v.t.t.
  1. zou rebelleren
  2. zou rebelleren
  3. zou rebelleren
  4. zouden rebelleren
  5. zouden rebelleren
  6. zouden rebelleren
diversen
  1. rebelleer!
  2. rebelleert!
  3. gerebelleerd
  4. rebellerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for rebelleren:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
göra uppror in opstand komen; rebelleren
rebellera in opstand komen; rebelleren
resa sig in opstand komen; rebelleren aanwassen; gaan staan; hoger maken; omhoog komen; omhoog rijzen; omhoogrijzen; omhoogstijgen; opstaan; rijzen; stijgen; verhogen
revoltera in opstand komen; rebelleren