Resumen
Neerlandés a sueco:   más información...
  1. reisbiljet:


Neerlandés

Traducciones detalladas de reisbiljet de neerlandés a sueco

reisbiljet:

reisbiljet [het ~] sustantivo

  1. het reisbiljet
    biljett; avgift; biljettpris; passageraravgift

Translation Matrix for reisbiljet:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
avgift reisbiljet belasting; heffing; kosten; leges; soldij; taxatiewaarde; toeslag; tolheffing; toltarief; wedde
biljett reisbiljet entreebiljet; kaart; kaartje; plaatsbewijs; ritprijs; ticket; toegangsbewijs; tramkaartje
biljettpris reisbiljet ritprijs
passageraravgift reisbiljet

Palabras relacionadas con "reisbiljet":

  • reisbiljetten