Resumen
Neerlandés a sueco:   más información...
  1. resulteren:
  2. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de resulteren de neerlandés a sueco

resulteren:

resulteren verbo (resulteer, resulteert, resulteerde, resulteerden, geresulteerd)

  1. resulteren (uitvloeien in; uitkomen bij)
    leda till; resultera i; ha till följd
    • leda till verbo (ledar till, ledade till, ledat till)
    • resultera i verbo (resulterar i, resulterade i, resulterat i)
    • ha till följd verbo (har till följd, hade till följd, haft till följd)
  2. resulteren (tot gevolg hebben; uitmonden; resultaat)
    leda till; resultera i; sluta med; visa sig att
    • leda till verbo (ledar till, ledade till, ledat till)
    • resultera i verbo (resulterar i, resulterade i, resulterat i)
    • sluta med verbo (slutar med, slutade med, slutat med)
    • visa sig att verbo (visar sig att, visade sig att, visat sig att)

Conjugaciones de resulteren:

o.t.t.
  1. resulteer
  2. resulteert
  3. resulteert
  4. resulteren
  5. resulteren
  6. resulteren
o.v.t.
  1. resulteerde
  2. resulteerde
  3. resulteerde
  4. resulteerden
  5. resulteerden
  6. resulteerden
v.t.t.
  1. ben geresulteerd
  2. bent geresulteerd
  3. is geresulteerd
  4. zijn geresulteerd
  5. zijn geresulteerd
  6. zijn geresulteerd
v.v.t.
  1. was geresulteerd
  2. was geresulteerd
  3. was geresulteerd
  4. waren geresulteerd
  5. waren geresulteerd
  6. waren geresulteerd
o.t.t.t.
  1. zal resulteren
  2. zult resulteren
  3. zal resulteren
  4. zullen resulteren
  5. zullen resulteren
  6. zullen resulteren
o.v.t.t.
  1. zou resulteren
  2. zou resulteren
  3. zou resulteren
  4. zouden resulteren
  5. zouden resulteren
  6. zouden resulteren
en verder
  1. heeft geresulteerd
diversen
  1. resulteer!
  2. resulteert!
  3. geresulteerd
  4. resulterend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for resulteren:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
ha till följd resulteren; uitkomen bij; uitvloeien in
leda till resultaat; resulteren; tot gevolg hebben; uitkomen bij; uitmonden; uitvloeien in culmineren; leiden tot; omhoogvoeren
resultera i resultaat; resulteren; tot gevolg hebben; uitkomen bij; uitmonden; uitvloeien in culmineren
sluta med resultaat; resulteren; tot gevolg hebben; uitmonden aflopen met; opdoeken; opheffen
visa sig att resultaat; resulteren; tot gevolg hebben; uitmonden

Wiktionary: resulteren


Cross Translation:
FromToVia
resulteren utmynna; sluta; föra; leda; öppna sig; suppurera aboutirtoucher par un bout.