Resumen
Neerlandés a sueco:   más información...
  1. stukgaan:
  2. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de stukgaan de neerlandés a sueco

stukgaan:

stukgaan verbo (ga stuk, gaat stuk, ging stuk, gingen stuk, stukgegaan)

  1. stukgaan (kapotgaan; onklaar raken)
    falla sönder; bryta; bli bristfällig
    • falla sönder verbo (faller sönder, föll sönder, fallit sönder)
    • bryta verbo (bryter, bröt, brutit)
    • bli bristfällig verbo (blir bristfällig, blev bristfällig, blivit bristfällig)

Conjugaciones de stukgaan:

o.t.t.
  1. ga stuk
  2. gaat stuk
  3. gaat stuk
  4. gaan stuk
  5. gaan stuk
  6. gaan stuk
o.v.t.
  1. ging stuk
  2. ging stuk
  3. ging stuk
  4. gingen stuk
  5. gingen stuk
  6. gingen stuk
v.t.t.
  1. ben stukgegaan
  2. bent stukgegaan
  3. is stukgegaan
  4. zijn stukgegaan
  5. zijn stukgegaan
  6. zijn stukgegaan
v.v.t.
  1. was stukgegaan
  2. was stukgegaan
  3. was stukgegaan
  4. waren stukgegaan
  5. waren stukgegaan
  6. waren stukgegaan
o.t.t.t.
  1. zal stukgaan
  2. zult stukgaan
  3. zal stukgaan
  4. zullen stukgaan
  5. zullen stukgaan
  6. zullen stukgaan
o.v.t.t.
  1. zou stukgaan
  2. zou stukgaan
  3. zou stukgaan
  4. zouden stukgaan
  5. zouden stukgaan
  6. zouden stukgaan
diversen
  1. ga stuk!
  2. gat stuk!
  3. stukgegaan
  4. stukgaand
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for stukgaan:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
bli bristfällig kapotgaan; onklaar raken; stukgaan
bryta kapotgaan; onklaar raken; stukgaan kapotmaken; moeren; mollen; wriggelen; wrikken
falla sönder kapotgaan; onklaar raken; stukgaan brokkelen; kruimelen

Wiktionary: stukgaan


Cross Translation:
FromToVia
stukgaan gå sönder break — intransitive: to stop functioning properly or altogether