Resumen
Neerlandés a sueco:   más información...
  1. uitgooien:


Neerlandés

Traducciones detalladas de uitgooien de neerlandés a sueco

uitgooien:

uitgooien verbo (gooi uit, gooit uit, gooide uit, gooiden uit, uitgegooid)

  1. uitgooien (uitwerpen)
    kasta ut; slänga ut
    • kasta ut verbo (kastar ut, kastade ut, kastat ut)
    • slänga ut verbo (slänger ut, slängde ut, slängt ut)

Conjugaciones de uitgooien:

o.t.t.
  1. gooi uit
  2. gooit uit
  3. gooit uit
  4. gooien uit
  5. gooien uit
  6. gooien uit
o.v.t.
  1. gooide uit
  2. gooide uit
  3. gooide uit
  4. gooiden uit
  5. gooiden uit
  6. gooiden uit
v.t.t.
  1. heb uitgegooid
  2. hebt uitgegooid
  3. heeft uitgegooid
  4. hebben uitgegooid
  5. hebben uitgegooid
  6. hebben uitgegooid
v.v.t.
  1. had uitgegooid
  2. had uitgegooid
  3. had uitgegooid
  4. hadden uitgegooid
  5. hadden uitgegooid
  6. hadden uitgegooid
o.t.t.t.
  1. zal uitgooien
  2. zult uitgooien
  3. zal uitgooien
  4. zullen uitgooien
  5. zullen uitgooien
  6. zullen uitgooien
o.v.t.t.
  1. zou uitgooien
  2. zou uitgooien
  3. zou uitgooien
  4. zouden uitgooien
  5. zouden uitgooien
  6. zouden uitgooien
en verder
  1. ben uitgegooid
  2. bent uitgegooid
  3. is uitgegooid
  4. zijn uitgegooid
  5. zijn uitgegooid
  6. zijn uitgegooid
diversen
  1. gooi uit!
  2. gooit uit!
  3. uitgegooid
  4. uitgooiend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for uitgooien:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
slänga ut afdanken; afschaffen; ontslaan; uit de dienst ontslaan
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
kasta ut uitgooien; uitwerpen verdrijven; verjagen; wegdrijven; wegjagen; wegsmijten
slänga ut uitgooien; uitwerpen weggooien