Interglot - "uitspraak" traducido de neerlandés a sueco

Resumen

Neerlandés a sueco: más información...

uitspraak:
- uttal; dom; utlåtande; artikulering; tal; artikulation; meddelande; nyhet
Wiktionary:
- uitspraak → brytning, accent, fras, uttryck, uttal, dom, beslut, avgörande, beslutsamhet, förklaring

Neerlandés

Traducciones detalladas de uitspraak de neerlandés a sueco

de uitspraak (het uitspreken)
uttal
- uttal [-ett] sustantivo
de uitspraak (oordeelvelling; vonnis)
dom; utlåtande
- dom [-en] sustantivo
- utlåtande [-ett] sustantivo
de uitspraak (articulatie)
artikulering; tal; artikulation
- artikulering [-en] sustantivo
- tal [-ett] sustantivo
- artikulation [-en] sustantivo
de uitspraak (mededeling; boodschap; bericht; vermelding; opgave; gewag; melding; verwittiging; tijding; bekendmaking; relaas)
meddelande; nyhet
- meddelande [-ett] sustantivo
- nyhet [-en] sustantivo
de uitspraak (vonnisvelling)
dom
- dom [-en] sustantivo

Noun	Traducciones relacionadas	Other Translations
artikulation	articulatie; uitspraak
artikulering	articulatie; uitspraak
dom	oordeelvelling; uitspraak; vonnis; vonnisvelling	veroordeling; vonnis; vonnisspreking
meddelande	bekendmaking; bericht; boodschap; gewag; mededeling; melding; opgave; relaas; tijding; uitspraak; vermelding; verwittiging	aangifte; aankondiging; aankondigingen; bericht; bevestiging; bewering; declaratie; document; mededeling; melding; meldingstekst; memorandum; opheldering; statement; toelichting; uitlegging; verklaring
nyhet	bekendmaking; bericht; boodschap; gewag; mededeling; melding; opgave; relaas; tijding; uitspraak; vermelding; verwittiging	innovatie; moderniteit; versheid
tal	articulatie; uitspraak	cijfer; declamering; gesproken woord; getal; lezing; rede; redevoering; speech; spreekbeurt; toespraak; voordracht; woord
utlåtande	oordeelvelling; uitspraak; vonnis
uttal	het uitspreken; uitspraak	geleding; verbinding van lichaamsdelen
Other	Traducciones relacionadas	Other Translations
dom		men; ze; zij

Cross Translation:

From	To	Via
• uitspraak	→ brytning; accent	↔ accent — modulation of the voice
• uitspraak	→ fras; uttryck	↔ phrase — short written or spoken expression
• uitspraak	→ uttal	↔ pronunciation — way in which words are pronounced
• uitspraak	→ dom	↔ sentence — decision of a jury
• uitspraak	→ uttal	↔ Aussprache — das akustische Formulieren von Lauten, Worten und Satz
• uitspraak	→ beslut; avgörande; beslutsamhet	↔ décision — action de décider ou résultat de cette action.
• uitspraak	→ förklaring	↔ déclaration — (histoire) FR\|fr loi ; ordonnance ; interprétation d'un édit.
• uitspraak	→ uttal	↔ prononciation — articulation, action de proférer, d’exprimer des lettres, des syllabes, des mots.
• uitspraak	→ dom	↔ sentence — apophtegme, maxime, opinion exprimée d’une manière dogmatique.