Resumen
Neerlandés a sueco:   más información...
  1. uitstorten:
  2. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de uitstorten de neerlandés a sueco

uitstorten:

uitstorten verbo (stort uit, stortte uit, stortten uit, uitgestort)

  1. uitstorten (gieten; schenken)
    stänka; hälla
    • stänka verbo (stänker, stänkte, stänkt)
    • hälla verbo (häller, hällde, hällt)

Conjugaciones de uitstorten:

o.t.t.
  1. stort uit
  2. stort uit
  3. stort uit
  4. storten uit
  5. storten uit
  6. storten uit
o.v.t.
  1. stortte uit
  2. stortte uit
  3. stortte uit
  4. stortten uit
  5. stortten uit
  6. stortten uit
v.t.t.
  1. heb uitgestort
  2. hebt uitgestort
  3. heeft uitgestort
  4. hebben uitgestort
  5. hebben uitgestort
  6. hebben uitgestort
v.v.t.
  1. had uitgestort
  2. had uitgestort
  3. had uitgestort
  4. hadden uitgestort
  5. hadden uitgestort
  6. hadden uitgestort
o.t.t.t.
  1. zal uitstorten
  2. zult uitstorten
  3. zal uitstorten
  4. zullen uitstorten
  5. zullen uitstorten
  6. zullen uitstorten
o.v.t.t.
  1. zou uitstorten
  2. zou uitstorten
  3. zou uitstorten
  4. zouden uitstorten
  5. zouden uitstorten
  6. zouden uitstorten
en verder
  1. ben uitgestort
  2. bent uitgestort
  3. is uitgestort
  4. zijn uitgestort
  5. zijn uitgestort
  6. zijn uitgestort
diversen
  1. stort uit!
  2. stort uit!
  3. uitgestort
  4. uitstortend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for uitstorten:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
hälla gieten; schenken; uitstorten
stänka gieten; schenken; uitstorten bespatten; bespetteren; besprenkelen; klateren; rondstrooien; sprenkelen; uitzaaien; uitzenden; verbreiden; verbreider; verdeler; verspreiden; verstrooien

Wiktionary: uitstorten


Cross Translation:
FromToVia
uitstorten hälla pour — to cause to flow in a stream