Resumen
Neerlandés a sueco: más información...
- veraanschouwelijken:
-
Wiktionary:
- veraanschouwelijken → göra berömd, illustrera, belysa, förklara
Neerlandés
Traducciones detalladas de veraanschouwelijken de neerlandés a sueco
veraanschouwelijken:
veraanschouwelijken verbo (veraanschouwelijk, veraanschouwelijkt, veraanschouwelijkte, veraanschouwelijkten, veraanschouwelijkt)
-
veraanschouwelijken (aanschouwelijk maken; demonstreren)
Conjugaciones de veraanschouwelijken:
o.t.t.
- veraanschouwelijk
- veraanschouwelijkt
- veraanschouwelijkt
- veraanschouwelijken
- veraanschouwelijken
- veraanschouwelijken
o.v.t.
- veraanschouwelijkte
- veraanschouwelijkte
- veraanschouwelijkte
- veraanschouwelijkten
- veraanschouwelijkten
- veraanschouwelijkten
v.t.t.
- heb veraanschouwelijkt
- hebt veraanschouwelijkt
- heeft veraanschouwelijkt
- hebben veraanschouwelijkt
- hebben veraanschouwelijkt
- hebben veraanschouwelijkt
v.v.t.
- had veraanschouwelijkt
- had veraanschouwelijkt
- had veraanschouwelijkt
- hadden veraanschouwelijkt
- hadden veraanschouwelijkt
- hadden veraanschouwelijkt
o.t.t.t.
- zal veraanschouwelijken
- zult veraanschouwelijken
- zal veraanschouwelijken
- zullen veraanschouwelijken
- zullen veraanschouwelijken
- zullen veraanschouwelijken
o.v.t.t.
- zou veraanschouwelijken
- zou veraanschouwelijken
- zou veraanschouwelijken
- zouden veraanschouwelijken
- zouden veraanschouwelijken
- zouden veraanschouwelijken
diversen
- veraanschouwelijk!
- veraanschouwelijkt!
- veraanschouwelijkt
- veraanschouwelijkende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for veraanschouwelijken:
Verb | Traducciones relacionadas | Other Translations |
demonstrera | aanschouwelijk maken; demonstreren; veraanschouwelijken | aantonen; bewijzen; staven; tentoonstellen |
visa vad du menar | aanschouwelijk maken; demonstreren; veraanschouwelijken |
Wiktionary: veraanschouwelijken
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• veraanschouwelijken | → göra berömd; illustrera; belysa; förklara | ↔ illustrer — rendre illustre. |