Resumen
Neerlandés a sueco:   más información...
  1. verstoord:
  2. verstoren:
  3. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de verstoord de neerlandés a sueco

verstoord:

verstoord adj.

  1. verstoord (gebelgd; verontwaardigd; misnoegd; gekwetst)
  2. verstoord (misnoegd)

Translation Matrix for verstoord:

OtherTraducciones relacionadasOther Translations
ond boosaardig; slecht
ModifierTraducciones relacionadasOther Translations
förargad gebelgd; gekwetst; misnoegd; verontwaardigd; verstoord gebeten
förargat misnoegd; verstoord gebeten
misnöjt misnoegd; verstoord
ond gebelgd; gekwetst; misnoegd; verontwaardigd; verstoord
rasande gebelgd; gekwetst; misnoegd; verontwaardigd; verstoord erg boos; maniakaal; spinnijdig
upprörd gebelgd; gekwetst; misnoegd; verontwaardigd; verstoord geschokt; getroffen; onthutst; ontredderd; ontsteld; ontzet; overstuur; van streek; verschrikt

Palabras relacionadas con "verstoord":


Wiktionary: verstoord


Cross Translation:
FromToVia
verstoord förkrossad; upprörd distraught — Deeply hurt, saddened, or worried
verstoord konfys verstört — (nicht krankhaft) seelisch oder geistig verwirrt (meist plötzlich und für kurze Zeit)

verstoord forma de verstoren:

verstoren verbo (verstoor, verstoort, verstoorde, verstoorden, verstoord)

  1. verstoren (vertoornen)
    störa; enervera
    • störa verbo (stör, störde, stört)
    • enervera verbo (enerverar, enerverade, enerverat)

Conjugaciones de verstoren:

o.t.t.
  1. verstoor
  2. verstoort
  3. verstoort
  4. verstoren
  5. verstoren
  6. verstoren
o.v.t.
  1. verstoorde
  2. verstoorde
  3. verstoorde
  4. verstoorden
  5. verstoorden
  6. verstoorden
v.t.t.
  1. heb verstoord
  2. hebt verstoord
  3. heeft verstoord
  4. hebben verstoord
  5. hebben verstoord
  6. hebben verstoord
v.v.t.
  1. had verstoord
  2. had verstoord
  3. had verstoord
  4. hadden verstoord
  5. hadden verstoord
  6. hadden verstoord
o.t.t.t.
  1. zal verstoren
  2. zult verstoren
  3. zal verstoren
  4. zullen verstoren
  5. zullen verstoren
  6. zullen verstoren
o.v.t.t.
  1. zou verstoren
  2. zou verstoren
  3. zou verstoren
  4. zouden verstoren
  5. zouden verstoren
  6. zouden verstoren
diversen
  1. verstoor!
  2. verstoort!
  3. verstoord
  4. verstorend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for verstoren:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
enervera verstoren; vertoornen nerveus maken
störa verstoren; vertoornen ergeren; irriteren; ontrieven; op de zenuwen werken; tobben; vervelen

Wiktionary: verstoren


Cross Translation:
FromToVia
verstoren störa disturb — confuse or irritate
verstoren plåga; hindra gêner — Causer de la gêne