Inicio
Diccionarios
Word Fun
Acerca de
Feedback
In Nederlands
Inicio
->
Diccionarios
->
neerlandés/sueco
->Traducir vitaal
Traducir
vitaal
de neerlandés a sueco
Buscar
Eliminar anuncios
Resumen
Neerlandés a sueco:
más información...
vitaal:
kraftig
;
vital
;
kraftfullt
;
kraftigt
;
spänstigt
;
vitalt
;
livsnödvändig
;
livsnödvändigt
Wiktionary:
vitaal →
väsentlig
Neerlandés
Traducciones detalladas de
vitaal
de neerlandés a sueco
vitaal:
vitaal
adj.
vitaal
(
levenskrachtig
)
kraftig
;
vital
;
kraftfullt
;
kraftigt
;
spänstigt
;
vitalt
kraftig
adj.
vital
adj.
kraftfullt
adj.
kraftigt
adj.
spänstigt
adj.
vitalt
adj.
vitaal
(
van levensbelang
)
livsnödvändig
;
livsnödvändigt
livsnödvändig
adj.
livsnödvändigt
adj.
Translation Matrix for vitaal:
Modifier
Traducciones relacionadas
Other Translations
kraftfullt
levenskrachtig
;
vitaal
doortastend
;
drastisch
;
ferm
;
krachtdadig
;
krachtig
kraftig
levenskrachtig
;
vitaal
doortastend
;
drastisch
;
erg
;
fel
;
ferm
;
forse
;
grof
;
grofgebouwd
;
heftig
;
hevig
;
krachtdadig
;
krachtig
;
lomp
;
massief
;
niet hol
;
ruw
kraftigt
levenskrachtig
;
vitaal
corpulent
;
dik
;
doortastend
;
drastisch
;
erg
;
fel
;
ferm
;
flink
;
fors
;
forse
;
fysiek sterk
;
gezet
;
grof
;
grofgebouwd
;
heftig
;
hevig
;
intens
;
klemmend
;
krachtdadig
;
krachtig
;
lijvig
;
lomp
;
massief
;
met een krachtige uitwerking
;
met klem
;
met nadruk
;
nadrukkelijk
;
niet hol
;
omvangrijk
;
potig
;
robuust
;
ruw
;
sterk
;
stevig
;
struis
;
uitdrukkelijk
;
volumineus
;
zwaar
;
zwaargebouwd
;
zwaarlijvig
livsnödvändig
van levensbelang
;
vitaal
livsnödvändigt
van levensbelang
;
vitaal
spänstigt
levenskrachtig
;
vitaal
doortastend
;
drastisch
;
elastisch
;
energiek
;
ferm
;
krachtdadig
;
krachtig
;
rekbaar
;
veerkrachtig
;
vol energie
vital
levenskrachtig
;
vitaal
vitalt
levenskrachtig
;
vitaal
blij
;
blijmoedig
;
dartel
;
levendig
;
levenslustig
;
monter
;
opgetogen
;
opgewekt
;
tierig
;
vrolijk
Palabras relacionadas con "vitaal":
vitale
Wiktionary:
vitaal
Cross Translation:
From
To
Via
•
vitaal
→
väsentlig
↔
essentiel
— Qui
appartenir
à l’
essence
, qui est de l’essence.
Eliminar anuncios
Eliminar anuncios