Resumen
Neerlandés a sueco:   más información...
  1. zever:
  2. zeveren:
  3. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de zever de neerlandés a sueco

zever:

zever [de ~ (m)] sustantivo

  1. de zever (vergiet; zeef; klens)
    durkslag

Translation Matrix for zever:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
durkslag klens; vergiet; zeef; zever

Palabras relacionadas con "zever":


Wiktionary: zever


Cross Translation:
FromToVia
zever dregel; saliv; spott bavesalive épaisse et visqueux qui découler de la bouche.
zever spott; saliv salive — physiologie|fr liquide clair, alcalin, produire par les glande salivaire placées autour de la bouche et qui commencer la digestion des aliments.

zeveren:

zeveren [znw.] sustantivo

  1. zeveren
    dreglande

zeveren verbo (zever, zevert, zeverde, zeverden, gezeverd)

  1. zeveren (kwijlen)
    fjäska; dregla; lisma
    • fjäska verbo (fjäskar, fjäskade, fjäskat)
    • dregla verbo (dreglar, dreglade, dreglat)
    • lisma verbo (lismar, lismade, lismat)
  2. zeveren (kletspraat verkopen; lullen; zwammen; zwetsen)
    tramsa; svamla; flamsa; prata smörja
    • tramsa verbo (tramsar, tramsade, tramsat)
    • svamla verbo (svamlar, svamlade, svamlat)
    • flamsa verbo (flamsar, flamsade, flamsat)
    • prata smörja verbo (pratar smörja, pratade smörja, pratat smörja)

Conjugaciones de zeveren:

o.t.t.
  1. zever
  2. zevert
  3. zevert
  4. zeveren
  5. zeveren
  6. zeveren
o.v.t.
  1. zeverde
  2. zeverde
  3. zeverde
  4. zeverden
  5. zeverden
  6. zeverden
v.t.t.
  1. heb gezeverd
  2. hebt gezeverd
  3. heeft gezeverd
  4. hebben gezeverd
  5. hebben gezeverd
  6. hebben gezeverd
v.v.t.
  1. had gezeverd
  2. had gezeverd
  3. had gezeverd
  4. hadden gezeverd
  5. hadden gezeverd
  6. hadden gezeverd
o.t.t.t.
  1. zal zeveren
  2. zult zeveren
  3. zal zeveren
  4. zullen zeveren
  5. zullen zeveren
  6. zullen zeveren
o.v.t.t.
  1. zou zeveren
  2. zou zeveren
  3. zou zeveren
  4. zouden zeveren
  5. zouden zeveren
  6. zouden zeveren
diversen
  1. zever!
  2. zevert!
  3. gezeverd
  4. zeverend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for zeveren:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
dreglande zeveren
VerbTraducciones relacionadasOther Translations
dregla kwijlen; zeveren slijm opgeven; slijmen
fjäska kwijlen; zeveren
flamsa kletspraat verkopen; lullen; zeveren; zwammen; zwetsen
lisma kwijlen; zeveren
prata smörja kletspraat verkopen; lullen; zeveren; zwammen; zwetsen
svamla kletspraat verkopen; lullen; zeveren; zwammen; zwetsen
tramsa kletspraat verkopen; lullen; zeveren; zwammen; zwetsen

Palabras relacionadas con "zeveren":


Wiktionary: zeveren


Cross Translation:
FromToVia
zeveren dregla dribble — to let saliva drip from the mouth
zeveren dregla baverjeter de la bave.