Resumen
Neerlandés a sueco:   más información...
  1. zuinigheid:
  2. zuinig:
  3. Wiktionary:


Neerlandés

Traducciones detalladas de zuinigheid de neerlandés a sueco

zuinigheid:

zuinigheid [de ~ (v)] sustantivo

  1. de zuinigheid (spaarzaamheid)
    sparsamhet

Translation Matrix for zuinigheid:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
sparsamhet spaarzaamheid; zuinig zijn; zuinigheid armzaligheid; karigheid; poverheid; schamelheid; schraalheid

Palabras relacionadas con "zuinigheid":


Wiktionary: zuinigheid


Cross Translation:
FromToVia
zuinigheid sparsamhet; snålhet parsimony — great reluctance to spend money unnecessarily
zuinigheid sparsamhet thrift — characteristic of using a minimum of something
zuinigheid ekonomi économieépargne dans la dépense.

zuinig:


Translation Matrix for zuinig:

ModifierTraducciones relacionadasOther Translations
ekonomisk economisch; spaarzaam; zuinig; zuinigjes betrekking hebbend op economie; economisch; financiële; geldelijke
ekonomiskt economisch; spaarzaam; zuinig; zuinigjes betrekking hebbend op economie; economisch; financiële; geldelijke
sparsamt economisch; spaarzaam; zuinig; zuinigjes onvolwaardig

Palabras relacionadas con "zuinig":

  • zuinigheid, zuiniger, zuinigere, zuinigst, zuinigste, zuinige

Sinónimos de "zuinig":


Antónimos de "zuinig":


Definiciones relacionadas de "zuinig":

  1. met zo weinig mogelijk geld zoveel mogelijk proberen te krijgen1
    • ze is altijd erg zuinig met haar zakgeld1

Wiktionary: zuinig


Cross Translation:
FromToVia
zuinig sparsam economical — careful with money
zuinig frugal; sparsam frugal — economical, avoiding waste, thrifty

Traducciones automáticas externas:

Traducciones relacionadas de zuinigheid