Resumen
Sueco a neerlandés: más información...
-
anhålla:
-
Wiktionary:
anhålla → afbreken, opbreken, opheffen, staken, stelpen, stoppen, stopzetten, aanhouden, arresteren, inrekenen, in verzekerde bewaring nemen -
Sinónimos de "anhålla":
ansöka; arrestera; häkta; gripa; hemställa
-
Wiktionary:
Sueco
Traducciones detalladas de anhålla de sueco a neerlandés
anhålla:
Sinónimos de "anhålla":
Wiktionary: anhålla
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• anhålla | → afbreken; opbreken; opheffen; staken; stelpen; stoppen; stopzetten; aanhouden; arresteren; inrekenen; in verzekerde bewaring nemen | ↔ arrêter — À trier |