Sueco
Traducciones detalladas de uppvisa de sueco a neerlandés
uppvisa: (*Aplicando el separador de palabras y frases)
- upp: omhoog; opwaarts; naar boven toe
- visa: tonen; laten zien; presenteren; tentoonstellen; uitstallen; etaleren; aanbieden; voorleggen; wijs; melodie; offreren; vertonen; demonstratie; exposeren; uitbreiden; weergeven; demonstreren; betogen; wijzen naar; tevoorschijn halen; te voorschijn halen; voor de dag halen; tevoorschijnhalen; tevoorschijntoveren; tevoorschijn brengen; voordedaghalen
uppvisa:
Sinónimos de "uppvisa":
Wiktionary: uppvisa
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• uppvisa | → wijzen op | ↔ aufweisen — etwas als Merkmal haben |
• uppvisa | → aanduiden; aangeven; een teken geven; merken; kenmerken; tekenen; laten zien; tentoonspreiden; tonen; vertonen; wijzen; uitwijzen; aanwijzen; uitduiden; kiezen; uitkiezen; uitlezen; uitpikken; verkiezen; uitzoeken | ↔ désigner — Traduction à trier |
• uppvisa | → laten zien; tentoonspreiden; tonen; vertonen; wijzen; uitwijzen; aanduiden; aangeven; aanwijzen; uitduiden | ↔ indiquer — montrer, désigner une personne ou une chose. |
• uppvisa | → laten zien; tentoonspreiden; tonen; vertonen; wijzen; uitwijzen | ↔ montrer — faire voir ; exposer aux regards. |