Resumen
Sueco a neerlandés:   más información...
  1. kittel:
  2. Wiktionary:
Neerlandés a sueco:   más información...
  1. kittelen:


Sueco

Traducciones detalladas de kittel de sueco a neerlandés

kittel:

kittel [-en] sustantivo

  1. kittel (kastrull)
    de ketel; de kookketel
  2. kittel (kli)
    de kriebeling

Translation Matrix for kittel:

NounTraducciones relacionadasOther Translations
ketel kastrull; kittel
kookketel kastrull; kittel
kriebeling kittel; kli

Sinónimos de "kittel":


Wiktionary: kittel


Cross Translation:
FromToVia
kittel ketel cauldron — large bowl-shaped pot
kittel ketel; keteldal; kookketel; waterketel chaudron — (cuisine) Petite chaudière, grosse marmite, généralement en cuivre qui a une anse et qui servir pour les usages de la cuisine.

Traducciones relacionadas de kittel



Neerlandés

Traducciones detalladas de kittel de neerlandés a sueco

kittelen:

kittelen verbo (kittel, kittelt, kittelde, kittelden, gekitteld)

  1. kittelen (kietelen)
    kittla; locka; reta
    • kittla verbo (kittlar, kittlade, kittlat)
    • locka verbo (lockar, lockade, lockat)
    • reta verbo (retar, retade, retat)

Conjugaciones de kittelen:

o.t.t.
  1. kittel
  2. kittelt
  3. kittelt
  4. kittelen
  5. kittelen
  6. kittelen
o.v.t.
  1. kittelde
  2. kittelde
  3. kittelde
  4. kittelden
  5. kittelden
  6. kittelden
v.t.t.
  1. heb gekitteld
  2. hebt gekitteld
  3. heeft gekitteld
  4. hebben gekitteld
  5. hebben gekitteld
  6. hebben gekitteld
v.v.t.
  1. had gekitteld
  2. had gekitteld
  3. had gekitteld
  4. hadden gekitteld
  5. hadden gekitteld
  6. hadden gekitteld
o.t.t.t.
  1. zal kittelen
  2. zult kittelen
  3. zal kittelen
  4. zullen kittelen
  5. zullen kittelen
  6. zullen kittelen
o.v.t.t.
  1. zou kittelen
  2. zou kittelen
  3. zou kittelen
  4. zouden kittelen
  5. zouden kittelen
  6. zouden kittelen
en verder
  1. ben gekitteld
  2. bent gekitteld
  3. is gekitteld
  4. zijn gekitteld
  5. zijn gekitteld
  6. zijn gekitteld
diversen
  1. kittel!
  2. kittelt!
  3. gekitteld
  4. kittelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for kittelen:

VerbTraducciones relacionadasOther Translations
kittla kietelen; kittelen kriebelen
locka kietelen; kittelen aanlokken; aanstoken; aanwakkeren; aanzetten; dichtbijlokken; gunst winnen; in de krul zetten; induceren; krullen; lokken; meelokken; opfokken; ophitsen; opjutten; opruien; opstoken; poken; tevoorschijn lokken; verleiden; verlokken; voortlokken; weglokken
reta kietelen; kittelen aanleiding geven tot; ergeren; irriteren; ontlokken; op de zenuwen werken; ophitsen; provoceren; sjaggeren; uitdagen; uitlokken; vervelen