Traducciones detalladas de skåda de sueco a neerlandés
skåda:
-
zien;
opmerken;
kijken;
bekijken;
onderscheiden;
aanschouwen;
ontwaren;
turen;
staren
-
zien
verbo
(zie, ziet, zag, zagen, gezien)
-
opmerken
verbo
(merk op, merkt op, merkte op, merkten op, opgemerkt)
-
kijken
verbo
(kijk, kijkt, keek, keken, gekeken)
-
bekijken
verbo
(bekijk, bekijkt, bekeek, bekeken, bekeken)
-
onderscheiden
verbo
(onderscheid, onderscheidt, onderscheidde, onderscheidden, onderscheiden)
-
aanschouwen
verbo
(aanschouw, aanschouwt, aanschouwde, aanschouwden, aanschouwen)
-
ontwaren
verbo
(ontwaar, ontwaart, ontwaarde, ontwaarden, ontwaard)
-
turen
verbo
(tuur, tuurt, tuurde, tuurden, getuurd)
-
staren
verbo
(staar, staart, staarde, staarden, gestaard)
Translation Matrix for skåda:
Sinónimos de "skåda":
Traducciones automáticas externas:
Traducciones relacionadas de skåda